Energietransitie
Terugdringen CO₂ footprint
In de afgelopen jaren hebben we ons klimaatplan sterk gericht op het terugdringen van de eigen directe CO₂ footprint: scope 1 & 2. Dit hebben we verder uitgebreid met het in kaart brengen van onze indirecte emissies: scope 3. Hiervoor hebben we een Net-Zero Commitment-verklaring opgesteld en zijn middellange- en langetermijndoelstellingen ingediend ten behoeve van het Science Based Target initiative (SBTi).
Scope 1 & 2: directe emissies
Het terugdringen van onze directe footprint doen we op vier thema’s: mobiliteit, materieel, bouwplaatsen en kantoren.
Mobiliteit
Sinds 1 januari 2023 kunnen Heijmans medewerkers alleen nog een leasecontract voor elektrische personenauto's kiezen. De huidige leasecontracten van brandstofauto’s op geel kenteken korten we in tot een uiterlijke einddatum van 31 december 2025. Daarnaast zijn berijders van grijze kentekenbussen die Hydrotreated Vegetable Oil (HVO100) kunnen tanken, verplicht om biodiesel te tanken waar dat kan. Het zwaardere materieel dat nog dieselmotoren heeft, voorzien we zoveel mogelijk van deze duurzamere dieselbrandstof en we investeren in de transitie van het zware materieel in emissieloos mede ook op verzoek van de opdrachtgever. Van alle gele kentekens binnen Heijmans, 2.866 voertuigen in totaal, zijn er 1.349 elektrisch.
Materieel
Op steeds meer projecten worden strenge eisen gesteld ten aanzien van de stikstof- en fijnstofemissies. Naast CO₂-reductie besteedt Heijmans daarom ook aandacht aan deze emissies en past zij waar mogelijk materieel aan van dieselbrandstof naar emissieloos. Een tussentijdse optie is het aanbrengen van nabehandelingssystemen op het materieel. Voor de langere termijn is het noodzakelijk om meer elektrisch aangedreven materieel in te zetten. Dit vraagt wel om extra investeringen. In deze ontwikkeling helpt het als opdrachtgevers de aanschaf van elektrisch materieel stimuleren, zoals Rijkswaterstaat doet bij de A1 Apeldoorn - Twello, een groot project waar elektrisch materieel nadrukkelijk in het programma van eisen is opgenomen. Intussen zijn er vele kleine materieelstukken op elektrische aandrijving beschikbaar. Ook groter elektrisch aangedreven materieel is dit jaar aangeschaft. Van kettingzaag en trilplaat tot graafmachine, heftruck en asfalset: waar mogelijk nemen we afscheid van verbrandingsmotoren en schakelen we over op accu’s.
Bouwplaatsen
De toename van elektrisch materieel en vervoer heeft voor bouwplaatsen de consequentie dat er laadfaciliteiten moeten worden gerealiseerd. Aandachtspunt daarbij is dat de elektriciteitsvoorziening op de bouwplaats daarop toegerust moet zijn. Om voldoende vermogen te kunnen leveren, maken we regelmatig gebruik van accupakketten tot wel 500 kW. Daarnaast hebben we in het tweede kwartaal van 2023 besloten om alle kleine aggregaten tot 35 kVA hybride uit te voeren (met een accu en een kleine dieselmotor) en alle aggregaten te tanken met HVO100. Om de druk op het milieu en op de schaarse ruimte te beperken, werken we op verschillende binnenstedelijke bouwplaatsen met zogenaamde hubs. Vanaf deze locaties, buiten het stadscentrum, vindt geconcentreerde (veelal elektrische) distributie plaats van goederen en materialen. Ook in de houtskeletbouwwoningfabriek van Horizon passen we accutechniek toe om de energievoorziening te ondersteunen.
Kantoren
Hoewel de footprint van de Heijmans-kantoren beperkt is, hebben we de afgelopen jaren toch verschillende maatregelen genomen om deze verder te verminderen. Op de kantoren waar dat mogelijk was, zijn inmiddels zonnepanelen geplaatst. Vervolgens onderzoeken we of er verdere aanpassingen nodig zijn op de diverse kantoorlocaties, vanwege het gewijzigde thuiswerkbeleid en de daarmee samenhangende bezettingsgraad op onze kantoren.
De uitdagingen met emissieloos materieel
De bouwsector kan niet om het vraagstuk van uitstoot van schadelijke stoffen heen, ondanks een bijdrage van 0,6% aan de totale stikstofdepositie (exclusief vervoer)*. Met name het terugdringen van de uitstoot van stikstof maakt het de sector de laatste jaren moeilijk. Binnen de bouwsector is uitstoot vooral afkomstig van graaf- en hijsmachines op de bouwplaats (het materieel), en daarnaast van al het vervoer van en naar de bouwplaats, het transport van personeel en aanvoer van materialen. Op deze gebieden valt er winst te behalen. Want schoon en emissieloos bouwen zorgt niet alleen voor verduurzaming in de bouwsector, deze transitie naar duurzame mobiliteit zorgt ook voor schonere lucht in onze steden en een vermindering van de stikstofuitstoot. En daar profiteert de hele samenleving van.
Daarom verduurzamen wij waar mogelijk. Het doel is dat we eind 2025 een emissievrij leasewagenpark hebben. Op de bouwplaats zetten we ook stappen. Machines op de bouwplaats werken nu vaak nog op diesel. Zeker machines die zwaar werk moeten uitvoeren en dus veel kracht nodig hebben, denk aan rupskranen, shovels of bulldozers. Sinds enkele jaren zetten we Hydrotreated Vegetable Oil (HVO) in waar diesel nog benodigd is. Tijdens de renovatie van het Binnenhof in opdracht van het Rijksvastgoedbedrijf zijn we actief aan de slag gegaan om de transitie naar zero emissie vorm te geven. De werkzaamheden voor wat betreft de fase van de funderingsversterkingen van de Eerste Kamer der Staten-Generaal en Raad van State worden volledig elektrisch uitgevoerd.
In aanbestedingen wordt steeds vaker om elektrisch materieel gevraagd. Een goede ontwikkeling, maar wel een die flinke investeringen met zich meebrengt. Dat betekent dat wij van opdrachtgevers hiervoor passende budgetten en continuïteit in de uitvraag nodig hebben. We zien ook dat het aanbod van elektrisch zwaar materieel achterblijft en in het buitenland ingekocht moet worden. Door deze ontwikkelingen loopt de markt vast.
Hoe gaan we hier dan mee om? Door zelf te investeren en het materieel om te bouwen. Zo zetten we continu stappen in verduurzaming van materieel. Tegelijkertijd voeren we continu de dialoog met onze opdrachtgevers om de continuïteit in de duurzame uitvraag te bevorderen. Dit is essentieel voor het creëren van een gezonde businesscase.
*Bron: Bouwend Nederland
Vrijwillige compensatie van CO₂-uitstoot
In de strategie van 2018-2023 is afgesproken om na 2023 CO₂-neutraal te kunnen produceren en onze directe (ofwel scope 1 & 2) emissies naar 0 terug te brengen door energie te besparen en op te wekken en het restant van de uitstoot te compenseren. We doen dit in de overtuiging dat we een enorme inspanning moeten verrichten door langdurig te investeren in verduurzaming en innovatie. In de tussenliggende periode - tot 2030 waarin we scope 1 & 2 volledig energieneutraal willen hebben - willen we het klimaat zo min mogelijk belasten met onze directe emissies en hebben we er voor gekozen om deze te compenseren door de aankoop van certificaten van projecten waar CO₂ langdurig wordt vastgelegd of fossiele emissies worden vervangen door duurzame alternatieven.
De compensatieprojecten voldoen aan de hoge standaarden van Verified Carbon Standard (VCS) of de Gold Standard. Bij het kiezen van compensatiestandaarden is betrouwbaarheid en effectiviteit voor Heijmans cruciaal. Ook is de termijn waarop de certificaten zijn afgegeven van belang en zijn de betrokken projecten afkomstig uit de Europese Unie. Voor onze vrijwillige vergroening kiezen we voor hernieuwbare energiebronnen zoals wind, zon, waterkracht en voor bosprojecten. In 2023 betrof de compensatie 22.510 credits, afkomstig uit Europese windprojecten. We onderzoeken of ook de inkoop van certificaten uit een project van Staatsbosbeheer mogelijk is als onderdeel van onze samenwerking om waarde toe te voegen aan Nederlandse bossen.
Scope 3: indirecte emissies
Het terugdringen van de indirecte emissies is voor de komende jaren één van de speerpunten in de strategie van Heijmans. Dit kunnen we doen door bij onze ontwerpen rekening te houden met de uitstoot van de te bouwen gebouwen en door circulair te ontwerpen, maar vooral ook door duurzaam in te kopen. Een van de belangrijkste invloedsfactoren hierbij is de inkoop van materialen. Het uitvragen van data ten aanzien van de milieuprestaties van de ingekochte materialen en daar rekening mee te houden bij het ontwerp is de komende jaren cruciaal om de beschreven ambities te behalen. Afgelopen jaar is er bij grondgebonden woningen op gestuurd om deze energieneutraal te maken (scope 3 downstream). Op het gebied van de materiaal gebonden CO₂ uitstoot (scope 3 upstream) heeft ons houten woningen concept Horizon een positief effect. Onze fabriek is in oktober geopend en inmiddels staan de eerste houtskeletbouwwoningen in Eindhoven.
Oplossingen voor onze klanten
Heijmans biedt oplossingen op het gebied van energie voor verschillende marktsegmenten. Bijvoorbeeld voor aanleg, beheer en onderhoud van energienetwerken en voor het ontwikkelen van energieoplossingen in gebiedsontwikkelingen. Voor het verduurzamen van kantoorgebouwen geven we met onze dienst Heijmans Energiemanagement gebouweigenaren en -beheerders inzicht in hun energieverbruik. Dit doen we door het energieverbruik van de huisvesting proactief te analyseren en managen. Met die informatie kan de klant een energie-efficiënt kantoor creëren en voldoen aan alle wettelijke verplichtingen.
Interne CO₂ beprijzing
Bij Heijmans is een systeem ingericht voor interne CO₂-beprijzing. Het doel daarvan is de beïnvloeding van investeringen en het stimuleren van duurzame innovaties. Afhankelijk van de CO₂- uitstoot betalen de bedrijfsonderdelen jaarlijks een CO₂-bijdrage aan een centraal fonds. Vanuit dit fonds wordt geïnvesteerd in innovaties die de footprint verder moeten verkleinen. Voorbeelden hiervan zijn de aanschaf van batterijoplossingen en een bijdrage aan het onderzoek naar zeezoutaccu’s.
Toekomstvastwaarde
Welk gebouw wij ook bouwen, renoveren en/of beheren, wij voegen waarde toe voor lang termijn. Dit noemen we bij Heijmans Toekomstvastwaarde. Hiermee zorgen we dat ieder gebouw meer waarde genereerd voor de (eind)gebruiker. Nu de markt kennis heeft gemaakt met Toekomstvastwaarde, hebben wij dit concept het afgelopen jaar ook in de praktijk gebracht. We zien inmiddels dat steeds meer organisaties met grote vastgoedportefeuilles op zoek zijn naar deze integrale duurzaamheidsstrategie voor hun vastgoed. Hoewel de focus nog steeds op energie en CO₂-reductie (scope 1 & 2) ligt, wordt circulariteit steeds belangrijker. Een mooi voorbeeld is Rabobank, waarvoor we het hoofdkantoor circulair hebben verbouwd. Onlangs gunde de bank Heijmans ook het integrale onderhoud van alle kantoren, waarbij duurzaamheid een belangrijk speerpunt is. Maar ook bij klanten zoals de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en GGZ Rivierduinen bieden we met dit concept een duidelijk onderscheidend vermogen. De visie van Toekomstvastwaarde zien we ook terug in de grotere nieuwbouwprojecten. Zo is De Nieuwe Post in Arnhem een pilotproject van het Rijksvastgoedbedrijf waarbij een hoge mate van circulariteit en energieneutraliteit wordt nagestreefd in zowel de bouw- als de beheerfase.
Dilemma - CO₂-uitstoot van opgeleverde woningen
Als indicator voor de scope 3 downstream-emissies meten we de gemiddelde CO₂-uitstoot van de opgeleverde woningen. Het is ook een graadmeter voor één van onze bold statements. In de afgelopen jaren daalde de CO₂-uitstoot per opgeleverde woning gestaag. Van 1.409 in 2020, naar 1.021 kg in 2021, naar 932 kg CO₂ in 2022. Maar hoewel we op de goede weg zijn met het verminderen van de CO₂-uitstoot van onze opgeleverde woningen, laat het gemiddelde over 2023 iets anders zien. Dat steeg in 2023 naar 1.061 kg CO₂ per woning.
Dit heeft twee oorzaken. In 2022 is het project Greenville Utrecht met een extreem lage uitstoot opgeleverd, waardoor het gemiddelde over dat jaar daalde. In 2023 zijn drie projecten opgeleverd die al lange tijd liepen, waardoor ze duurzaamheidstechnisch uit een ander tijdperk kwamen. Dat betekent dat deze woningen een relatief hoge CO₂-uitstoot hebben. Twee van de drie zijn grote projecten, waardoor hun impact op de cijfers extra groot is. Als we deze drie projecten buiten beschouwing zouden laten, zou in 2023 de gemiddelde uitstoot 723 kg CO₂ per woning zijn geweest.
Het laat zien dat we ons in een overgangsfase bevinden. Lopende projecten die misschien nog niet aan de meest recente duurzaamheidseisen voldoen, worden binnen afzienbare tijd opgeleverd. Daar tegenover staat dat we onze nieuwe projecten ontwikkelen onder de duurzaamheidsambitie ‘grondgebonden woningen zijn CO₂-neutraal of beter’. Daarmee zetten we de komende jaren de dalende lijn van de afgelopen jaren weer door.