(10a) Goodwill
Alle bedrijfscombinaties worden administratief verwerkt via toepassing van de overnamemethode. Goodwill betreft het bedrag dat voortvloeit uit de overname van dochterondernemingen. Goodwill komt overeen met het verschil tussen de transactieprijs van de overname en de reële waarde van de overgenomen identificeerbare activa en passiva op het moment van aankoop. Met betrekking tot goodwill wordt ieder jaar systematisch per balansdatum getoetst of zich een bijzondere waardevermindering heeft voorgedaan.
Ten behoeve van de toets op bijzondere waardeverminderingen wordt goodwill die is verkregen bij bedrijfscombinaties op de acquisitiedatum toegewezen aan een kasstroomgenererende eenheid (KGE) of groepen van KGE's waarvan wordt verwacht dat ze profiteren van die bedrijfscombinatie. Elke eenheid waaraan goodwill is toegewezen, vertegenwoordigt het laagste niveau binnen de entiteit waarop de goodwill wordt gecontroleerd voor interne beheeringsdoeleinden.
Negatieve goodwill die bij een overname ontstaat, wordt direct in de winst-en-verliesrekening opgenomen.
(10b) Overige immateriële activa
De door de Groep verworven immateriële activa, met een bepaalbare gebruiksduur, worden gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met cumulatieve amortisatie en cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen.
(10c) Amortisatie overige immateriële activa
Ten aanzien van de overige immateriële activa wordt lineair geamortiseerd over de verwachte gebruiksduur ten laste van de winst-en-verliesrekening, waarbij periodieke toetsing plaatsvindt voor eventuele bijzondere waardevermindering (zie grondslag 17). De geschatte gebruiksduur van de onderdelen van immaterieel actief luidt als volgt:
-
Klantenbestand: 5 - 20 jaar
-
Orderportefeuille: 1 - 4 jaar
-
Merknaam: 5 - 10 jaar
(10d) Uitgaven na eerste opname
Uitgaven voor immateriële activa niet zijnde goodwill worden na eerste opname uitsluitend geactiveerd, wanneer hierdoor naar verwachting de toekomstige economische voordelen toenemen die zijn besloten in het specifieke actief waarop de uitgaven betrekking hebben. Alle overige uitgaven worden als last in de winst-en-verliesrekening opgenomen wanneer zij worden gedaan.