Een financieel instrument is een overeenkomst die leidt tot een financieel actief bij één partij en een financiële verplichting of eigen-vermogensinstrument bij een andere partij.
(11a) Financiële activa
De belangrijkste financiële activa van de Groep bestaan uit:
-
Verstrekte leningen (zie grondslag 12)
-
Handels- en overige vorderingen (zie grondslag 15)
-
Liquide middelen en equivalenten (zie grondslag 16)
Deze financiële activa worden geclassificeerd als activa:
-
die na eerste opname worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. Daarbij vindt waardering na eerste opname plaats op basis van de effectieve interest methode en zijn de financiële activa onderhevig aan bijzondere waardeverminderingen. Winsten en verliezen worden opgenomen in winst of verlies wanneer het actief wordt beëindigd, afgewikkeld, aangepast of sprake is van een bijzondere waardevermindering; of
-
tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de overige onderdelen van het totaalresultaat; of
-
tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in winst of verlies.
Deze classificatie vindt plaats op basis van het bedrijfsmodel van de Groep voor het beheer van de financiële activa en de eigenschappen van de contractuele kasstromen van het financiële actief. Zo worden de financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd als aan onderstaande voorwaarden voldaan is:
-
het financiële actief wordt aangehouden binnen een bedrijfsmodel dat erop gericht is financiële activa aan te houden om contractuele kasstromen te ontvangen; en
-
de contractvoorwaarden van het financiële actief resulteren uitsluitend in kasstromen uit aflossingen en rentebetalingen op het uitstaande hoofdsombedrag.
De financiële activa worden niet langer in de balans opgenomen als en alleen als:
-
de contractuele rechten op de kasstromen van het financiële actief aflopen; of
-
de Groep het financiële actief overdraagt en de overdracht voor verwijdering in aanmerking komt doordat nagenoeg alle risico’s en economische voordelen overgedragen zijn.
Met inachtneming van de geldende voorwaarden worden de hierboven genoemde categorieën financiële activa die door de Groep worden aangehouden, gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs.
Voorziening voor te verwachten kredietverliezen
De Groep bezit verschillende soorten financiële activa die gewaardeerd worden tegen geamortiseerde kostprijs en daarom onderhevig zijn aan het IFRS 9 ECL-model (model voor te verwachten kredietverliezen). Deze voorziening wordt bepaald op basis van de verwachte kredietverliezen voor de komende twaalf maanden, waarbij rekening wordt gehouden met de kredietwaardigheid van de klant. Zolang er geen sprake is van een significante verslechtering van het kredietrisico, blijft de voorziening gebaseerd op de verwachte kredietverliezen over twaalf maanden. Echter, wanneer op individuele of collectieve basis een significante toename van het kredietrisico wordt vastgesteld, wordt de voorziening verhoogd naar de verwachte kredietverliezen over de volledige looptijd van het financiële instrument. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer een debiteur ernstige financiële problemen heeft, een terugbetalingsregeling niet nakomt, of andere waarneembare signalen van verhoogd kredietrisico vertoont.
Voor handelsvorderingen en onderhanden werken debet is gebruikgemaakt van de vereenvoudigde benadering die IFRS 9 biedt, waarbij de voorziening voor te verwachten kredietverliezen altijd bepaald wordt op basis van de verwachte kredietverliezen over de volledige looptijd van deze vorderingen.
De uitkomsten van de analyse zijn opgenomen in toelichting '6.26 Financiële risico’s en beheer'.
(11b) Financiële verplichtingen
De Groep kent de volgende financiële verplichtingen:
-
Rentedragende leningen (zie grondslag 19)
-
Handelsschulden en overige te betalen posten (zie grondslag 22)
Deze verplichtingen worden na eerste opname tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd, gebruik makend van de effectieve rente methode. Wanneer de financiële verplichting (of een deel daarvan) tenietgaat of afloopt wordt deze niet langer opgenomen.
Een ruil van schuldbewijzen met dezelfde leningverschaffer tegen aanzienlijk verschillende voorwaarden wordt als een delging van de oorspronkelijke financiële verplichting en opname van een nieuwe financiële verplichting verwerkt. Dit geldt eveneens wanneer de voorwaarden van een bestaande financiële verplichting aanzienlijk worden gewijzigd.
Het verschil tussen de boekwaarde van de financiële verplichting (of deel van een financiële verplichting) die is gedelgd of aan een derde is overgedragen en de betaalde vergoeding, met inbegrip van eventueel overgedragen activa niet zijnde geldmiddelen of aangegane verplichtingen, wordt in de winst of het verlies opgenomen.
(11c) Salderen van financiële activa en verplichtingen
Financiële activa en financiële verplichtingen worden gesaldeerd en het netto bedrag wordt in de balans opgenomen indien:
-
de Groep over een deugdelijk juridisch instrument beschikt om het financiële actief en de financiële verplichting gesaldeerd af te wikkelen; en
-
de Groep stellig voornemens is om de verplichting op netto basis of simultaan (de vordering te realiseren op hetzelfde moment dat de verplichting wordt afgewikkeld) af te wikkelen.