6.3 Opbrengsten

De splitsing van opbrengsten in categorieën die weergeven op welke wijze de aard, het bedrag, het tijdstip en de onzekerheid van opbrengsten en kasstromen door economische factoren worden beïnvloed, is in lijn met de segmentatieverantwoording.

Opbrengsten per segment

x € 1 miljoen

2024

2023

Wonen

994,3

820,0

Werken

620,9

522,3

Verbinden

968,8

774,8

Overig

0,2

0,2

2.584,2

2.117,3

Wonen

De opbrengsten van Wonen betreffen onder meer opbrengsten uit zelf ontwikkelde woningbouw- en vastgoedprojecten, waarbij over het algemeen zowel de grond als de opstallen geleverd worden. De projecten zijn voor € 591 miljoen (2023: € 383 miljoen) uitgevoerd voor particulieren en voor € 403 miljoen (2023: € 437 miljoen) voor vastgoedbeleggers en woningbouwcorporaties. De projecten voor particulieren worden doorgaans pas gestart wanneer ten minste 70% van de woningen is verkocht. Facturering vindt plaats op basis van vooraf gedefinieerde mijlpalen volgens het Woningborg- of SWK-schema (Stichting Waarborgfonds Koopwoningen). In de praktijk werkt de Groep zowel met gecombineerde- als gescheiden (grond)koop-/aannemingsovereenkomsten. Afhankelijk van de contractvorm wordt de levering van de grond apart gefactureerd of meegenomen in de eerste termijn.

De start van de bouw van projecten voor vastgoedbeleggers en woningbouwcorporaties vindt na verkoop plaats. De facturering wordt per klant afgesproken en is over het algemeen, net als bij particulieren, gekoppeld aan het bereiken van mijlpalen waarbij de eerste termijn in rekening wordt gebracht bij het transporteren van de grond. De opbrengsten van de grond worden op het moment van het transport bij de notaris gerealiseerd, terwijl de opbrengsten van de opstallen gedurende de bouwperiode worden gerealiseerd.

Werken

De opbrengsten van Werken betreffen hoofdzakelijk serviceactiviteiten die uitgevoerd worden aan gebouwen en installaties van opdrachtgevers. De opbrengsten van € 424 miljoen (2023: € 347 miljoen) worden verantwoord naar gelang deze service- en onderhoudsactiviteiten plaatsvinden.

Daarnaast worden utilitaire gebouwen en installaties gerealiseerd voor opdrachtgevers, veelal in de (semi)overheidssector, voor € 197 miljoen (2023: € 175 miljoen), waarbij de bouw pas gestart wordt na het verkrijgen van de opdracht. De opbrengsten worden verantwoord gedurende de bouwperiode. De facturering volgt een schema dat gekoppeld is aan vooraf gedefinieerde mijlpalen die per opdracht kunnen verschillen.

Verbinden

De opbrengsten van Infra betreffen hoofdzakelijk het realiseren van wegen en civiele werken in opdracht van de overheid voor € 639 miljoen (2023: € 469 miljoen). De bouw wordt pas gestart na opdracht. De facturering volgt een schema dat gekoppeld is aan vooraf gedefinieerde mijlpalen die per opdracht kunnen verschillen. De opbrengsten worden verantwoord gedurende de bouwperiode. Daarnaast worden service- en onderhoudsactiviteiten uitgevoerd aan infrastructurele objecten. De opbrengsten ad € 330 miljoen (2023: € 306 miljoen) worden opgenomen naar gelang deze serviceactiviteiten plaatsvinden.

Verdere toelichtingen opbrengsten

In 2024 is € 269 miljoen (2023: € 196 miljoen) aan opbrengsten verantwoord die per 1 januari in de post 'Onderhanden werken credit' was opgenomen.

In 2024 is € 3 miljoen aan opbrengsten (2023: € 3 miljoen als last) verantwoord met betrekking tot in vroegere perioden vervulde prestatieverplichtingen.

Het bedrag van de transactieprijs dat is toegewezen aan de prestatieverplichtingen die niet vervuld zijn (of gedeeltelijk niet vervuld zijn) bedraagt € 2,6 miljard (2023: € 2,6 miljard). Hiervan zal 59% in 2025 worden vervuld, 26% in de periode 2026 en 2027 en 15% in 2028 en verder (2023: 58% in 2024, 26% in de periode 2025 en 2026 en 16% in 2027 en verder). De vermelde bedragen betreffen gecontracteerde opbrengsten en bevatten alleen opbrengsten met een zeer waarschijnlijk karakter. Opbrengsten vanuit contracten waarin de prijs per eenheid maar niet de hoeveelheden zijn overeengekomen, zijn niet in de vermelde bedragen opgenomen. De Groep heeft geen gebruik gemaakt van de praktische mogelijkheid om prestatieverplichtingen die deel uitmaken van een contract dat een oorspronkelijke verwachte duur van een jaar of minder heeft, niet te vermelden.

De Groep heeft de opbrengsten niet gecorrigeerd voor significante financieringscomponenten onder meer omdat de periode tussen het vervullen van de prestatieverplichtingen en de betaling door de klant minder dan één jaar bedraagt.

Deel dit verhaal